Geschiedenis

In 2010 is het R.K. Armbestuur van Amersfoort gefuseerd met de caritasinstellingen van de (toenmalige) vijf Amersfoortse stadsparochies, de PCI van de Martinusparochie en de PCI van de St. Joseph parochie. Vanaf dat jaar heten wij PCI Onze Lieve Vrouw van Amersfoort. Er is één PCI-bestuur en daarnaast zijn er zeven lokale Caritaswerkgroepen.

In januari 2015 is de centrale werkgroep (cw) opgericht om de Caritaswerkgroepen te ondersteunen bij de uitvoering van hun werkzaamheden en op plekken waar (tijdelijk) geen werkgroep actief is zodat wij toch hulp en ondersteuning kunnen bieden.

De PCI Onze Lieve Vrouw van Amersfoort is de juridische opvolger van het R.K. Armbestuur. De geschiedenis van het Armbestuur gaat ver terug in de tijd en heeft in 2005 het 150-jarig bestaan gevierd. De geschiedenis van de armenhulp gaat in Amersfoort nog verder terug. Al in 1282 werd Caritas genoemd bij de Malen. Pachtinkomsten vormden een stabiele basis voor het vermogensfonds. Hieronder volgt een klein stukje historie (zie ook Archief Eemland voor bronnen).

Caritas in College van de Malen op het Hoogland

Ten tijde van Karel de Grote in de tweede helft van de 8e eeuw worden grote gebieden ten weerszijden van het riviertje de Eem door de keizer geschonken aan de kerk van Utrecht. Deze gebieden werden verpacht, waarbij de opbrengst deels aan de landheer, hier de kerk, toekwam en deels aan de boeren zelf. Om de grond te mogen gebruiken moest betaald worden. De woeste gronden waren gemeenschappelijk eigendom en werden, waar mogelijk, ook gemeenschappelijk gebruikt.

In de 11e eeuw, vooral door toedoen van het klooster op de Heiligenberg te Amersfoort, werden grotere gebieden ontgonnen. In de daarop volgende eeuwen woonden veel grondeigenaren als burgers van Amersfoort in die stad.

De boeren van de hoeven waaraan waarschappen verbonden waren sloten zich aaneen tot maalschappen. De gerechtigden zelf werden malen genoemd. Het maalschap ontstond hoogstwaarschijnlijk ruim vóór de 13e en 14e eeuw toen vele malen zelf belangrijke heren waren geworden en, deels, in de stad woonden. Veel malen zijn in de stad Amersfoort ook tegelijkertijd schepen of schout. Zodoende was de band tussen malen en stadsbestuur groot.

Eén keer per jaar werd aan de malen hun aandeel in de opbrengst uitgekeerd. Het aandeel in de renten, voortvloeiend uit een hoeve werd ‘malenportie’ genoemd. Zo heet dat nog steeds. In de 16e eeuw verschoof het begrip ‘malen’ van bezitters van malenhoeven naar gerechtigden in de opbrengsten van algemeen malengoed. Caritas Amersfoort is nog elk jaar op Sint Margriet als niet stemgerechtigde maal betrokken bij de Generale Bijeenkomst. 

 Geschiedenis van het R.K. Armbestuur

Na de Unie van Utrecht in 1579 werd de vrijheid van godsdienstuitoefening voor katholieken beperkt, waardoor ze een ondergronds bestaan leidden. Nederland boven de rivieren werd tot missiegebied verklaard in 1581. Er zijn in Amersfoort twee staties opgericht: St. Franciscus Xaverius (1630, in 1652 erkend door de kerkelijke overheid) en Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart (in 1690 erkend). Pas eind 18e eeuw werden ze door de wereldlijke overheid erkend. Ze moesten toen gaan zorgen voor de armen en er werden twee armbesturen opgericht; na 1814 zorgden zij ook voor scholen voor arme kinderen.

Op 7 februari 1855 werden de beide staties tot parochies verheven en op 14 februari 1855 werd er één R.K. Parochieel Armbestuur opgericht met als taken: de ondersteuning van de arme en hulpbehoevende parochianen en het beheer van goederen. Bovendien werd het beheer van de fundaties Bijlaars (1520, huisjes aan de Valkestraat en de St. Andriesstraat, land in Leusden Zuid), De Witt (1791) en Armen de Haar (1605) aan het bestuur toevertrouwd.

In 1917 werd het armbestuur uitgebreid met twee leden van de parochies St. Henricus (1908) en St. Ansfridus (1914).

In 1956 vond er een ingrijpende verandering plaats: de oprichting van de R.K. Interparochiële Caritasinstelling. Het “oude” armbestuur bleef slechts als beheerinstituut voortbestaan met een voorzitter, secretaris, penningmeester en een commissaris vanwege de Aartsbisschop. De armmeesters konden wel de vergaderingen bijwonen en adviezen geven.

Tot zo ver in vogelvlucht de lange traditie van de Caritas in Amersfoort.